Ga naar de inhoud

De vreselijke belangst van een fietser

Een zacht windje waait vanuit het zuiden en neemt warmte met zich mee. In de lucht drijven kleine wolkjes over maar het is vooral blauw dat overheerst. Kort samengevat, het is perfect fietsweer en daar maak ik gretig gebruik van.

Beheerst stuur ik een rustig bospad op. In de verte zie ik wandelaars. Nog geen enkele reden tot paniek, wandelaars worden in Drenthe vaker in het wild gespot. Al snel zie ik dat dit serieuze wandelaars zijn. Een driekwart broek siert de benen tot vlak boven de oerdegelijke en waterdichte (maar toch ademende) wandelschoenen. Een flesje water bungelt met een karabijnhaak nonchalant aan de rugtas. Een rugtas die ongetwijfeld is aangemerkt als beste koop door de ANWB.

Mijn timmermansoog ziet meteen dat het lastig wordt deze benenstrekkers te passeren op het smalle pad. De hikers moeten geattendeerd worden op mijn steeds dichter naderende aanwezigheid. Plots valt mijn oog op een zwart glimmend ding halverwege mijn stuur. Mijn bel. Een druppeltje angstzweet vormt zich op mijn onderrug.

Al jaren leid ik aan belangst. Bijbaantjes in een callcenter waren steevast van korte duur en een bellenblaas was niet aan mij besteed. Maar nu zie ik geen andere uitweg.

Langzaam beweegt mijn duim richting de bel. Met een soepele beweging haal ik de trekker over. Een verrassend vrolijk *PING* schalt door het bos. Het duurt maar even tot het geluid het voetvolk heeft bereikt. De bergschoenen stoppen met bewegen. Een diepe zucht ontsnapt uit de mond van de dubbele benenwagen. Geërgerd zie ik twee hoofden omdraaien en een zoekende blik over het pad werpen.

Waarom? Wat verwacht je? Een ijscoman die bellend zijn waar probeert aan te prijzen? Nee! Een fiets. Je hoeft niet kijken, gewoon aan de kant. Nu volgt een ongemakkelijk oogcontact in het voorbijfietsen. Mijn hart zit in mijn keel en mijn pupillen worden groot. Op dit moment ben ik de grootste vijand van de lopers. Even ben ik bang dat mijn belgedrag wordt gestraft met een stok in mijn voorwiel.

Dit onheil blijft gelukkig uit, maar ik ben blijkbaar nog niet helemaal over mijn belangst heen.