De regen valt met bakken uit de hemel. Iedereen die buiten is, doet dit uit pure noodzaak. De voorraden moeten worden aangevuld om deze treurige dagen door te komen. Bij elke stap die ik zet voel ik het modderige water zich een weg onder het profiel van mijn schoenen banen.
De mensen om mij heen worden gekenmerkt door de kleuren grijs en bruin. Natte haren zitten troosteloos aan het voorhoofd geplakt en een druppel regen hangt aan ieders neus.
En ineens is ze daar… vrolijk als altijd. Tenminste, ik denk dat ze vrolijk is. Ondanks de dreiging van het coronavirus meen ik een twinkeling in haar ogen te zien. Een blik over de troosteloosheid doet haar de tanden bloot lachen. De stikstofcrisis doet haar niets. Onverstoorbaar als altijd. Twee flessen wijn in haar hand houdend.
Mijn ogen vinden de hare en ineens schiet het door mijn hoofd… WIE IS IN VREDESNAAM DIE WIJNKOPENDE VROUW VAN DE JUMBO?
En rustig sjok ik verder. Op naar een halfje bruin.